Overig

Dwangmedicatie

Opname accommodatie

Overplaatsing

Uitvoering van de zorgmachtiging of de crisismaatregel

KC23-011 06 maart 2023

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klager]
Instelling : Pro Persona
Klachtnummer : KC23-011
Datum ontvangst klacht : 23 februari 2023
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Datum hoorzitting : 2 maart 2023
Datum beschikking : 7 maart 2023

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klager)

[XX] (patiëntenvertrouwenspersoon)

 

[XX] (verweerder)

 

[XX] (voorzitter)

[XX] (psychiater)

[XX] (verpleegkundige)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Beschrijving van de klacht

De klacht houdt samengevat in dat klager het niet eens is met:

  1. Opname in de accommodatie
  2. Verplichte medicatie
  3. Verplichte ambulante behandeling
  4. Onjuiste informatie dossier
  5. Ontbreken van een 8.16 formulier overplaatsing

 

Bevoegdheid klachtencommissie

Klager heeft klachten ingediend over een situatie als bedoeld in artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: ‘Wet verplichte ggz’). De klachtencommissie is op grond van artikel 10:1 lid 2 van de Wet verplichte ggz bevoegd om uitspraak over deze klachten te doen.

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 23 februari 2023 een klachtenformulier ontvangen inzake verplichte zorg. Dezelfde dag zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting.

 

De klachtencommissie heeft op 28 februari 2023 het verweer ontvangen en diezelfde dag doorgestuurd naar partijen. Op 1 maart 2023 heeft de commissie een toelichting op de klacht ontvangen. In deze toelichting is een extra klacht toegevoegd, namelijk het niet voldoen aan Artikel 8:16 lid 5 Wvggz, i.c. het uitreiken van een 8.16-brief bij overplaatsing. Dezelfde dag heeft verweerder hierop gereageerd met een aanvullend verweer. Deze zijn op 1 maart 2023 aan partijen per mail toegezonden.

 

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 2 maart 2023. Partijen hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de uitspraak uiterlijk op 9 maart 2023 per mail aan partijen zal worden gezonden.       

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht d.d. 23-02-2023 en toelichting bij klacht d.d. 01-03-2023;

-           Verweerschrift d.d. 28-02-2023 en aanvulling d.d. 01-03-2023;

-           Beschikking zorgmachtiging d.d. 21-02-2022, 03-03-2022 en 03-08-2022;

-           Medische verklaring ZM d.d. 04-07-2022;

-           Bevindingen GD d.d. 14-07-2022;

-           Beslissing verlenen VZ d.d. 22-02-2022, 23-02-2022, 28-02-2022, 08-06-2022 en 25-01-2023;

-           Zorgplan d.d. 21-01-2022;

-           Zorgkaart d.d. 21—1-2022 en 13-07-2022;

-           Eigen plan van aanpak d.d. 28-06-2022;

-           Brief huisarts d.d. 09-06-2022;

-           Interne doorverwijzing d.d. 25-01-2023.

 

 

Feiten

Klager is een [leeftijd] man bekend psychotische ontregelingen in het kader van schizofrenie van het paranoïde type met tevens een cannabisafhankelijkheid en aanwijzingen voor een autistiforme stoornis.     

                       

Klager ontvangt verplichte zorg op grond van een zorgmachtiging met een ingangsdatum van 03 augustus 2022 en met een expiratiedatum van 03 augustus 2023.

 

 

Verslag van de hoorzitting

Verweerder geeft aan dat zij per 1 maart 2023 uit dienst is bij Pro Persona. Omdat zij lange tijd de ambulant psychiater van klager is geweest zal ze, met toestemming van Pro Persona, toch als verweerder optreden in deze klachten.

 

Standpunt van klager

Klager is het niet eens met de rapportages in zijn dossier. Er is sprake van onjuiste en onnauwkeurige informatie. Zaken worden regelmatig overdreven. Ook de zorgmachtiging is tot stand gekomen op basis van onjuistheden. Klager vertelt dat verweerder daar excuses voor heeft aangeboden. Overlast van de omgeving klopt niet aldus klager. Hij probeert rustig te leven en te wonen. Hij geeft aan lastig gevallen te zijn door omwonenden door zijn zogenaamde psychische problemen. Klager heeft gewone problemen vertelt hij ter zitting, geen psychische. Hij is autistisch en bekend met Gilles de la Tourette aldus klager. Ook heeft klager last van een stressstoornis waarvoor hij behandeld is.

 

Hij ervaart last van omwonenden door dingen die zij op zijn balkon gooien. Toen klager met de hond uit was zijn omwonenden over zijn balkon geklommen. Zijn inboedel is toen bezoedeld en er is iets in zijn drinken gedaan. Klager heeft sloten vervangen en aangifte bij de politie gedaan. Ook sluit hij nu de balkondeur af. Na dit incident zijn er nog stoffen aangebracht voor zijn deur en op het balkon vertelt klager.

Klager wil geen verplichte zorg meer en wil dat dingen worden aangepast in zijn dossier. Ook verzoekt hij om een schadevergoeding om zijn leed te verzachten.

Klager is het niet eens met de verplichte medicatie maar ervaart de medicatie ook als rustgevend. Dat is een prettige bijwerking geeft hij aan. Klager heeft last van spasmen. Hij wil de medicatie graag verlagen om te testen of dit een gevolg is van de medicatie of van de stoffen rond zijn woning. De dosering is al een keer verlaagd en dat verminderde de bijwerkingen aldus klager.

Hij wil niet opgenomen zijn in de accommodatie en is het niet eens met de ambulante begeleiding.

 

PVP verwijst naar de ingediende toelichting bij de klacht en benadrukt dat de klacht vooral ziet op de rapportages die aanleiding waren tot de gedwongen opname en medicatie. Klager wil de medicatie graag verlagen naar 5 mg. PVP benoemt het ontbreken van de 8.16-brief na opname. Dit is onderdeel van het beleid van Pro Persona maar juridisch onjuist aldus PVP.

 

 

Standpunt van verweerder

Verweerder vertelt dat zij in het laatste zorgplan teveel informatie heeft overgenomen van derden over zaken die ze zelf niet heeft kunnen constateren. Zo zou klager bij zijn moeder hebben gelogeerd, in het bos hebben geslapen en ontlasting van zijn hond in plastic zakken hebben bewaard. Verweerder heeft hier spijt van en excuses voor aangeboden aan klager.

Zij vertelt ter zitting dat ze 4 keer bij klager aan de deur is geweest zonder contact. Vanuit bemoeizorg kwamen er veel signalen dat het niet goed met ging met klager. Verweerder handelt op basis van haar eigen ervaring met klager en observaties in de kliniek waarbij klager bijvoorbeeld aangeeft met gassen bespoten te worden en dat zijn buren lid zijn van een pedofielennetwerk. Ook vaart zij op basis van informatie van de wijkagent en woningbouwvereniging en de overtuiging van klager dat hij vergiftigd wordt. Verweerder is ervan overtuigd dat er sprake is van een psychose en daarom is verplichte zorg aangezegd.

Verweerder is ermee bekend dat klager last heeft van intieme bijwerkingen en gewichtstoename o.a. als gevolg van de medicatie. Zij heeft alternatieve antipsychotica voorgesteld maar klager hiervan niet kunnen overtuigen. Dit is nu overgepakt door de kliniek.

Er is geen 8.16 brief uitgereikt aldus verweerder, wel een 8.9 brief. Als een client binnen de instelling verplaatst wordt is de werkwijze dat er geen formulieren worden uitgereikt. Verweerder heeft in januari geprobeerd een 8.9-brief bij klager thuis af te geven. Omdat er niet opengedaan werd heeft zij de brief in de brievenbus gedaan. Klager heeft aangegeven dat hij die brief niet heeft ontvangen. Verweerder weet dat er wel een appje naar klager is gestuurd met de mededeling dat deze brief in zijn brievenbus zat. Verweerder betreurt het dat de aanzeggingsbrief niet opnieuw in de kliniek is uitgereikt. Tenslotte vraagt verweerder zich af wie last heeft van wie in de buurt. Verweerder herkent prikkelbaar gedrag van klager en geeft aan dat zij een gesprek ook weleens kort heeft gehouden omdat ze dacht dat klager heel boos zou worden.

Met betrekking tot de opmerking van klager dat hij zich bespot voelt door verweerder geeft zij aan dat zij dit niet herkent en niet haar manier van doen is.

 

Op een vraag van de commissie hoe het nu met klager gaat antwoordt klager dat hij bij opname last had van steken op zijn hoofdhuid. Dit is nu grotendeels weg. Ook de spasmen zijn verminderd.  

Klager is bezig met de aanvraag van een second opinion.

Verweerder herkent autistische kenmerken in de dynamiek van de communicatie met klager en zijn waarheidsvinding bij zaken. De diagnose autisme is bij klager gesteld op jonge leeftijd aldus verweerder.

Op een vraag van de commissie antwoordt verweerder dat de zwaarwegende argumenten voor opname niet gelegen waren in de niet kloppende zaken in het dossier, maar vooral te maken hadden met de problemen in de buurt. Vanuit omwonenden werd gedreigd met eigen acties en maatregelen om ingrijpen te bespoedigen.

 

De voorzitter vraagt naar de onderbouwing van het verzoek om schadevergoeding. Klager benoemt dat hij extra stress heeft gehad door het optreden van politie en gemeente. Het gedwongen karakter heeft hem een trauma bezorgd. Ook het feit dat derden zomaar zijn huis binnen konden komen vertelt klager. Er werd gedreigd met injecties als hij de medicatie niet zou innemen. De bemoeizorg heeft tassen met persoonlijke spullen weggegooid volgens klager.

 

In de tweede ronde van de hoorzitting licht klager toe dat buren lid zijn van een pedofielennetwerk, van een soort maffia. Zij gebruiken erotiserende drugs en giftige gassen, stoffen die lijken op gif.

Klager noemt dat in de rapportage staat vermeld dat hij geen medicatie wilde innemen. Dit klopt niet aldus klager. Hij had de gebruiksaanwijzing opgevraagd en zag dat hij baat zou kunnen hebben bij de olanzapine. Daarom nam hij het al in lage dosering in. Maar toen de dosis verhoogd werd kreeg hij last van bijwerkingen.

Tenslotte merkt klager op dat de overplaatsingen heel abrupt gingen voor een autist. Hij had te weinig tijd om zich daarop in te stellen, zowel van huis naar opname als van de gesloten naar de besloten afdeling.

Ten aanzien van het bespotten door verweerder geeft klager als voorbeeld dat in een rapportage staat dat hij zich achterna gezeten voelde door de overheid. Dat is niet zo aldus klager. De tekst over de zak met ontlasting vindt klager heftig en de opmerking over zelfverwaarlozing kwetsend.

 

Verweerder benoemt in de slotronde nogmaals dat het niet haar intentie was om spottend te zijn. Ze denkt dat het soms verkeerd geïnterpreteerd wordt omdat ze alles te goed wil opschrijven. Ze biedt nogmaals excuses aan voor het feit dat ze niet precies de woorden van klager heeft overgenomen.

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klachten zijn gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz en artikel 8:16 Wvggz, zijn de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klager is een [leeftijd] alleenwonende man, vermoedelijk bekend met autisme, middelenmisbruik en schizofrenie van het paranoïde type. Klager klaagt over zijn opname in de kliniek, medicatie (olanzapine), verplichte ambulante hulp, onjuiste informatie in het zorgplan en het niet voldoen aan de formele vereisten van artikel 8:16 Wvggz, namelijk de schriftelijke aanzegging van de overplaatsing vanuit ambulante behandeling naar opname in een accommodatie. Artikel 8:16 lid 5 Wvggz verlangt van de geneesheer directeur dat er een schriftelijke aanzegging wordt gedaan van de overplaatsing op grond van 8:16 Wvggz, waarin ook de klachtwaardigheid voor klager benadrukt wordt. Klager wil een schadevergoeding om zijn leed te verzachten.

 

Verweerder geeft aan dat de reden van opname en medicatie gelegen is in het beperken van het ernstig nadeel voor klager. Klager accepteerde geen alternatieven en de psychose nam dusdanig toe dat ambulante begeleiding onvoldoende bleek om ernstig nadeel te voorkomen. Het ernstig nadeel bestaat uit het mogelijk verlies van huisvesting naar aanleiding van de door omwonenden ingediende klachten over geluidsoverlast bij de woningbouwvereniging. De zorgen geuit door politie, zijn moeder en de verbindingsfunctionaris bemoeizorg van de gemeente zijn dermate ernstig dat dit ingrijpen legitimeert. Klager ontkent een psychische stoornis, geeft aan dat zijn buren giftige gassen in zijn woning spuiten wat samenhangt met een pedofielennetwerk. Verweerder geeft aan dat het niet opmaken en uitreiken van een schriftelijke kennisgeving van overplaatsing beleid is van Pro Persona.

 

Het ernstig nadeel is gelegen in ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang van klager. 

 

Wat betreft de formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze niet voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld. De verplichte zorg is besproken en op schrift uitgereikt op 28 februari 2023, door de klinisch zorgverantwoordelijke, en via de brievenbus op 25 januari 2023 door de  ambulante zorgverantwoordelijke. Klager is klinisch opgenomen na ambulante behandeling en hiervoor is op 25 januari 2023 een formulier interne verwijzing opgemaakt.

 

Er is echter geen overplaatsingsformulier (8:16 Wvggz) opgemaakt of uitgereikt aan klager vanuit de ambulante setting naar klinische opname. Verweerder geeft aan dat de het niet afgeven van een kennisgeving van overplaatsing een beleidsregel is van Pro Persona. De commissie constateert dat dit in strijd is met de wettelijke eisen, zie artikel 8:16 Wvggz, naast de jurisprudentie van de Hoge Raad met het nummer ECLI:NL:HR:2022:689.

 

De commissie kan de inhoudelijke overwegingen van verweerder als passend kwalificeren. Het ernstig nadeel van klager is gelegen in de onttrekking van zorg en maatschappelijke teloorgang. De opname, in combinatie met behandeling, bestrijdt dit ernstig nadeel. De klachtencommissie concludeert dat het besluit tot overplaatsing inhoudelijk gezien gerechtvaardigd is, waarmee de klacht hierover inhoudelijk geen doel treft. Ditzelfde geldt voor de klachten met betrekking tot de medicatie (olanzapine) en de verplichte ambulante hulp. De verplichte zorg is gebaseerd op het bestrijden van het ernstig nadeel en niet uitsluitend gebaseerd op de, door klager aangegeven onjuiste informatie in het zorgplan.

 

De klacht inzake het niet uitreiken van een kennisgeving van overplaatsing wordt door de klachtencommissie gegrond verklaard op formele gronden. 

 

Aanbeveling: De wettelijke vereisten opnemen in het beleid van Pro Persona i.c. het afgeven van een overplaatsingsformulier zoals beschreven in artikel 8:16 Wvggz.

 

Schadevergoeding

Op grond van artikel 10:11 Wvggz verzoekt klager hem een billijke schadevergoeding toe te kennen, omdat de procedure niet op de juiste wijze is doorlopen en omdat niet is voldaan aan de formele vereisten van de wet en hij zijn leed hiermee wil verzachten.

De klachtencommissie overweegt dat, wanneer een klacht gegrond is verklaard, de patiënt in aanmerking komt voor een schadevergoeding wanneer:

  1. de patiënt schade heeft geleden;
  2. er een causaal verband bestaat tussen de beslissing/gedraging in kwestie en de geleden schade;
  3. is voldaan aan het relativiteitsbeginsel, hetgeen inhoudt dat de in het wetsartikel gelegen norm waarmee in strijd is gehandeld dient te strekken tot bescherming tegen de door de patiënt geleden specifieke schade;
  4. er sprake is van toerekenbaarheid aan de zorgaanbieder.

 

Ondanks de gegrondheid van de klacht op formele gronden is de klachtencommissie van oordeel dat een schadevergoeding niet aan de orde is nu er geen sprake is van aantoonbare geleden schade als gevolg van het formele gebrek en wijst de schadevergoeding af.

 

Aanbeveling: De wettelijke vereisten opnemen in het beleid van Pro Persona i.c. het afgeven van een overplaatsingsformulier zoals beschreven in artikel 8:16 Wvggz.

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht over het niet uitreiken van een kennisgeving van overplaatsing gegrond.

De klachtencommissie verklaart de klachten over opname in de accommodatie, medicatie, verplichte ambulante zorg en onvolledige informatie in het dossier ongegrond.

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten,

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[XX]

Voorzitter Wvggz klachtencommissie

Datum: 07 maart 2023

Aantal bladzijden: 6